Wim Monasso
Als (gepensioneerd) activist op politiek gebied (t.w. Volt) én op LHBT -emancipatiegebied, was het voor mij onwennig en verfrissend om weer terug te gaan naar de collegebanken, om studieuze huiswerkopdrachten te vervullen, een nieuwe, multidisciplinaire kring van medestudenten met uiteenlopende culturele achtergronden te leren kennen, en om twee vertrouwde en gezaghebbende docenten vier vrijdagen begeesterd vóór mij te zien, en te beluisteren. Dankbaar jegens de Gemeente en de Haagse Hogeschool voor de gratis deelname omwille van mijn Haags vrijwilligerswerk, kon ik aldus – nogal geprivilegieerd- op een systematische manier én met een immer noodzakelijke ‘’stok achter de deur’’ (twee waakzame docenten en een wachtend Certificaat) mijn eigen, 68 jaar oude, inzichten ‘moderniseren’ en verdiepen omtrent theorie en levenspraktijk van Diversiteit. In alle eerlijkheid: ik dacht vooraf eigenlijk, dat ik na de voorgaande (basis-) cursus én na mijn 30-jarige loopbaan in de internationale samenwerking met veel projectreizen in Azië en Noord-Afrika, wel onderhand gepokt en gemazeld was in het omgaan met Diversiteit, maar anderzijds voelde ik soms hinderlijke beperkingen van eigen vooroordelen. Maar góéd, dat ik de kans van de Verdiepingsleergang heb gekregen en genomen ! De na afloop van de cursus geboden mogelijkheid tot deelname aan intervisiegroepen heb ik, met mijn eigen warme aanbeveling, doorgeseind naar mijn lokale afdeling van het Humanistisch Verbond. ik ben er nóg meer doordrongen van geraakt, hoezeer normen uit de opvoeding plus sociaal-culturele invloeden uit eigen omgeving een hardnekkig psychologisch obstakel kunnen vormen om met onbevangen blik onbekende mensen die op je pad komen, tegemoet te treden. Mijn interactie tijdens de cursusdagen met de andere deelnemers, o.a. met een blinde cursusgenoot vergezeld van zijn geleidehond, dwong mij soms uit mijn comfort zone c.q. tot zelfreflectie. Voor mij is de ondertitel van ons studieboek , t.w. Niet culturen, maar mensen ontmoeten elkaar, de Golden Nugget, die ik elke ochtend in mijn broekzak tracht te stoppen en doorheen de dag in praktijk te brengen. Dat gaat niet van een leien dakje, het blijft vallen en opstaan. Het TOPOI model is nu, zeven weken na het cursuseinde, nog steeds niet volkomen geïnternaliseerd… Het lijvige, soms ‘overwhelming’ , maar beslist verrijkende boek “Diversiteitscompetentie’’ van Edwin Hoffmann en Arjan Verdooren is een bijzonder knap (bijna levens-) werk, waarmee ik Arjan tijdens zijn persoonlijke presentatie op de sluitingsdag van onze cursus dan ook van harte heb gefeliciteerd. Ik vind het boek ‘humaniserend’’, in een turbulente razendsnelle wereld vol intensieve (en vaak mis-)communicatie. Mij dwingt de cursusinhoud tot minder gauw oordelen, niet meteen een ‘oorzaak’ (bij de ander) aanwijzen, mijn vermoedelijke interpretaties bij de gesprekspartner vaker te verifiëren. Ook met minder bezwaard gevoel te kunnen accepteren, dat een onverwacht verschil van beleving niet hoeft doodgepraat; het zij zo.