Yvette Nass

“Bij alles wat we doen, moet het belang van kinderen voorop staan”

Kinderen en jongeren weten nu niet goed hoe ze voor hun rechten kunnen opkomen. Dat komt omdat ze niet voldoende weten wat die rechten zíjn. En daar ook niet goed over geïnformeerd worden. Jeugdombudsman Yvette Nass vindt voorlichting dan ook een belangrijke taak, “om hen weerbaarder te maken”. Kinderen en jongeren, hun ouders of professionals die een klacht hebben, over de gemeente, jeugdzorg of onderwijs, kunnen bij haar aankloppen. Een gesprek over werken in een kleurrijke gemeente, over hoe de wereld van jong divers Den Haag eruitziet, en wat de invloed van de coronatijd is op hun wel en wee.

Interview: Jan Booij

In Nederland hebben we een nationale kinderombudsman (een vrouw). Rotterdam en Amsterdam hebben een lokale kinderombudsman, ook een vrouw. En Den Haag heeft een vrouwelijke jeugdombudsman. Opvallend!

“In 2015 – toen gemeenten onder andere zelf verantwoordelijk werden voor jeugdzorg – heeft Den Haag naast de gemeentelijke ombudsman een jeugdombudsman aangesteld. Een kinderombudsman gaat over kinderen tot 18 jaar, die leeftijd houdt ook het kinderrechtenverdrag aan. Maar juist na hun achttiende krijgen jongeren vaak problemen, bijvoorbeeld omdat jeugdzorg op hun achttiende stopt, of omdat zij dan aan extra financiële verplichtingen moeten voldoen. Een jeugdombudsman behandelt klachten van jongeren tot 27 jaar. Zij kan dus ook jongeren na hun 18e een steuntje in de rug geven. Den Haag heeft daarmee een unieke keuze gemaakt.”

Je hebt een achtergrond als jurist en mediator. En als zodanig ben je altijd bezig geweest met conflicten en het oplossen daarvan. Hiervoor werkte je bij de ombudscommissie in Den Bosch. Hoe belandde je in Den Haag?

“Bij veel problemen en klachten die wij behandelden bij de ombudscommissie, waren ook vaak kinderen op de achtergrond betrokken. Er was alleen geen aparte voorziening waar zij terechtkonden. Daar is mijn ambitie gegroeid om me voor deze specifieke doelgroep in te zetten. Toen Den Haag de vacature publiceerde van jeugdombudsman was dat voor mij een lot uit de loterij!”

Een foto van Yvette Nass

Van zwerfafval tot discriminatie

Het kantoor van de gemeentelijke ombudsman werkt met een ‘driepoot’: de gemeentelijke ombudsman, de jeugdombudsman en Den Haag Meldt (het antidiscriminatiebureau voor inwoners van Den Haag). Een ‘unieke kruisbestuiving’ noemt Yvette het: “Alle soorten klachten, van parkeerbelastingen, uitkeringen en zwerfafval tot onheuse bejegening en discriminatie: mensen zijn bij ons altijd aan het goede adres. Klachten over alle mogelijke onderwerpen door mensen uit alle lagen van de bevolking, iedereen komt bij ons binnen. Wij kunnen deze klachten allemaal behandelen en hoeven niet door te verwijzen. Daarnaast zit onze kracht erin dat we onze netwerken – in de stad en daarbuiten – goed verbinden, juist om op zoek te gaan naar alle invalshoeken, maar ook om een oplossing voor het probleem te vinden. Dat kan zijn vanuit discriminatie, maar ook vanuit het ombudswerk.”

Klachten over alle mogelijke onderwerpen door mensen uit alle lagen van de bevolking, iedereen komt bij ons binnen

Hoe werkt die ‘kruisbestuiving’ tussen de gemeentelijke ombudsman, de jeugdombudsman en Den Haag Meldt?

“Op momenten dat we vanuit ons kantoor voorlichting geven over bepaalde onderwerpen kunnen we onze verschillende rollen bundelen. Een voorbeeld. Vanuit Den Haag Meldt geven we voorlichting over het tegengaan van discriminatie, waaronder stagediscriminatie. Samen met de Jeugdombudsman kijken we hoe we dat op scholen kunnen vormgeven en zoeken we een mogelijkheid om scholieren meer te vertellen over hun rechten. Het gaat voor mij over het overkoepelende thema ‘meedoen’. Hoe kun je als kind echt effectief meedoen in de samenleving. Dat kun je benaderen vanuit inclusie, maar ook vanuit jongerenparticipatie en kinderrechten. Die verschillende functies probeer ik in mijn werk samen te brengen. En dan helpt het dat je al die verschillende invalshoeken present hebt.”

De kerntaak van een ombudsman is klachten behandelen, maar daarnaast is preventie een belangrijke taak. Hoe vul je die in?

“De gemeenteraad heeft mij specifiek gevraagd knelpunten rondom jeugd en jeugdzorg te signaleren en daarover aanbevelingen te doen. Daarin zit een preventieve rol. Waar mogelijk proberen wij als ombudsmannen te interveniëren als er een signaal is dat er iets niet goed gaat. Door een tussenkomst, een gesprek en met een bemiddeling zaken tot een oplossing te brengen. Het gaat dan vaak om acute hulpvragen. Ik krijg bijvoorbeeld steeds meer klachten over pesten. Dat is een vorm van uitsluiting. Formeel heb ik daar als ombudsman geen rol in, dat moeten scholen zelf aanpakken en oplossen. Daar heb je klachtencommissies voor en je kunt uiteindelijk ook naar de landelijke kinderombudsman. Maar als je op dat punt bent, is het kind er vaak slecht aan toe, dan is er al zo veel gebeurd. Het kind is dan vaak beschadigd, ouders zijn wanhopig, conflicten in de klas. Wat ik dan wel kan doen, en doe, is kijken of ik partijen met elkaar in contact kan brengen. Ook zet ik in op nog meer doen met voorlichting.”

Voorlichting is belangrijk. Want kinderen en jongeren weten niet voldoende wat hun rechten en mogelijkheden zijn, constateer je. Wie hebben daarin een rol?

“Het is mede mijn taak als jeugdombudsman om jongeren voorlichting te geven over hun rechten, zodat zij daarvoor kunnen opkomen. Zijn zij beter geïnformeerd, dan verbetert ook hun rechtspositie. Maar ook jongeren zelf hebben een rol als het gaat over participatie en inclusie. Je mag van ze verwachten dat ze ook zelf enige informatie vergaren. En zeker ook ouders, die het goede voorbeeld moeten geven, instanties en ook scholen hebben een belangrijk aandeel in voorlichting.

Dit begint met het bewustzijn en de wetenschap dat er kinderrechten zíjn. Dat ook zij klachten kunnen indienen als hun rechten in het geding zijn. Daarom heb ik onlangs nog, tijdens een bijeenkomst met professionals over jeugdhulp, een oproep gedaan aan alle volwassenen die te maken hebben met kinderen. Opgeroepen om de kinderrechten in het achterhoofd mee te nemen in al hun besluiten en al het beleid waar kinderen bij betrokken zijn. Bij alles wat we doen, moet het belang van kinderen voorop staan.”

Zeker ook ouders, die het goede voorbeeld moeten geven, instanties en ook scholen hebben een belangrijk aandeel in voorlichting

Steeds aandacht vragen

“Ook de gemeente Den Haag heeft als stad van vrede en recht een rol. Zij hebben de kinderrechten hoog in het vaandel en ook al veel gedaan op het terrein van kinderrechten. Maar het kan altijd beter. Het is mijn taak dat te stimuleren. Dat doe ik niet alleen door voorlichting te geven over kinderrechten. Ook vraag ik in mijn rapporten en in al mijn gesprekken binnen de gemeente, jeugdhulpinstellingen en binnen mijn netwerken aandacht voor discriminatie, inclusie en kinderrechten.”

Je rechten kennen helpt om je kansen in het leven te verzegelen. Denk je dat kinderen van ouders die niet hier geboren zijn, minder kansen hebben omdat ze minder weten wat hun rechten zijn? Bijvoorbeeld als het om hun opleiding gaat.

“Ik heb geen harde cijfers dat kinderen van ouders die niet hier geboren zijn, minder hun rechten kennen. Maar dat ze te maken krijgen met kansenongelijkheid is zeker. De documentaire ‘Klassen’ van HUMAN laat dat wat mij betreft overtuigend zien. De kansenongelijkheid blijkt al vaak op scholen, dat kan met taalachterstand te maken hebben, of met armoede. Als kinderen tien jaar zijn, wordt al besloten wat hun niveau is en welke richting zij zullen opgaan. Dat is heel bepalend voor de rest van hun leven. In dat programma kwam ook ter sprake dat kinderen met een migratieachtergrond die een even hoge citoscore haalden als hun medeleerlingen van Nederlandse afkomst, toch een ander (meestal lager) advies kregen. Vaak telt dan de thuissituatie mee. Een kind dat bijvoorbeeld thuis weinig ondersteuning heeft, wordt niet al te hoog ingeschaald, want ‘dat kind heeft het al zo moeilijk thuis’. Maar toch zijn er dan kinderen die het voor elkaar krijgen om, vanuit een innerlijke drive, van het Vmbo naar het Vwo te komen. Fantastisch natuurlijk, maar ze blíjven vaak onzeker, blijkt uit genoemd programma, omdat ze eerst te laag werden ingeschat. In dit soort gevallen gaat mis dat er over jongeren gesproken wordt en niet mét hen. Er wordt voor hen gedacht. Jongeren voelen zich dan niet serieus genomen. Dat moet echt anders en beter.”

Een foto van Yvette Nass

Dit is een tijd waarin kinderen het sowieso niet makkelijk hebben met leren. Scholen dicht, online onderwijs. Wat doet dat met ze?

“Met dat online onderwijs is het bijna van levensbelang dat je als kind een laptop hebt, en een goede Wi-Fi-verbinding. Een plek voor jezelf om je huiswerk te maken. Als dat niet zo is, dan heeft dat invloed op hoe je je voelt. En het kan leiden tot leerachterstand. Om dit zo mogelijk te voorkomen, heeft de gemeente Den Haag samen met onder meer de stichting Leergeld gezorgd dat meer kinderen een laptop hebben. Daarmee is alleen nog niet alle leed geleden. Ik zie bij mijn eigen kinderen die online les hebben gehad, dat er hiaten zijn gevallen. Dit alles kan in de toekomst nog een groot probleem worden. Er is inmiddels wel een brede zorg wat deze tijd met kinderen doet. Dat bemerk ik professioneel als jeugdombudsman, maar ook als moeder.”

Ik zie bij mijn eigen kinderen die online les hebben gehad, dat er hiaten zijn gevallen

Nationaal coördinator discriminatie en racisme

We spreken over de gebeurtenissen die in gang werden gezet door de Black Lives Matter-beweging, over discriminatie, speciaal in coronatijd. Yvette: “Na de grote antiracisme-demonstraties afgelopen zomer heeft de regering besloten een nationaal coördinator discriminatie en racisme aan te stellen. Die zal vooral impact hebben in een goede samenwerking met de gemeenten en anti-discriminatievoorzieningen. Wij zullen er zeker ook mee te maken krijgen.”

Bewustzijn creëren

“Discriminatie en het gevoel achtergesteld te worden heeft vaak een enorme uitwerking op iemand. Daar zou je al heel snel iets aan willen doen. We kunnen discriminatie aandacht geven in het kader van Den Haag Meldt en door vormen van uitsluiting, waaronder pesten, aan te pakken. Het gebeurt, als het goed is, ook op scholen. Maar daarnaast willen we ook bewustzijn creëren bij jongeren. Duidelijk maken dat er de mogelijkheid is om discriminatie te melden en dat ze kunnen opkomen voor hun rechten. Dat ze die rechten ook kunnen claimen op school en bij hun ouders, bij de clubs waar ze lid van zijn.”

Jongeren […] duidelijk maken dat er de mogelijkheid is om je te melden, dat ze kunnen opkomen voor hun rechten. Dat ze die kunnen claimen op school en bij hun ouders, bij de clubs waar ze lid van zijn

Wettelijk verboden of onheus behandeld?

“Het komt regelmatig voor dat mensen discriminatie ervaren, maar dat dit niet altijd ook wettelijke verboden discriminatie is. Een voorbeeld. Een man kwam bij mij klagen dat hij werd gediscrimineerd ten opzichte van zijn vrouw. Hij voelde zich partijdig behandeld door een gezinscoach. Maar vanuit de antidiscriminatiewetgeving was er geen sprake van wettelijke verboden discriminatie op grond van man/vrouw. Ik kan hem dat verschil – onheuse behandeling en wettelijke verboden discriminatie – uitleggen, omdat ik weet hoe het juridisch, wettelijk in elkaar steekt. Ik kan het in een ander perspectief plaatsen en dat helpt vaak. Het gaat erom de dialoog met elkaar op gang te brengen en het ook meer te normaliseren.”

Een foto van Yvette Nass

Heeft de coronatijd invloed op uitingen van discriminatie?

“Bij ons op kantoor kregen we meldingen vanuit de Chinese gemeenschappen nadat Radio 10 een coronaliedje had uitgezonden (Voorkomen is beter dan Chinezen) dat als grievend werd ervaren. Wij hebben die meldingen met de Chinese gemeenschappen opgepakt en hier ook een video over gemaakt. Deze gebeurtenissen hadden een weerslag op andere Aziatische gemeenschappen in de stad. Daar waren natuurlijk ook kinderen bij betrokken.”

Je hebt samen met JIP Haaglanden een onderzoek gedaan naar de impact van de coronamaatregelen op jongeren. Hoe bereik je ze?

“Het is belangrijk dat de deelnemers aan zo’n onderzoek een weerspiegeling zijn van alle Haagse jongeren. Om dat voor elkaar te krijgen, moet je echt naar ze toe. En dat doe ik ook, ik ga bijvoorbeeld naar jongerenraden. Maar omdat we weten dat we bij dit soort onderzoeken, en enquêtes bijvoorbeeld, een groot deel van de jongeren niet ‘vanzelf’ bereiken, heb ik ook professionals en het JIP gevraagd wat extra vragen te stellen. Zo hebben we ook die input kunnen meenemen en de oproep gedaan naar jongeren om naar elkaar om te kijken.”

Werkelijk alle jongeren bereiken

“Dé vraag is steeds: hoe zorgen we ervoor dat we belangen van álle jongeren, niet alleen die zich al hebben georganiseerd, in beeld krijgen? Ook jongeren die we niet zien en horen, willen we op het spoor komen en bereiken. Sommigen van hen zijn verhinderd door een juridische component, maar er is ook een groep die zich niet durft te laten horen. Omdat ze loyaal zijn naar de ouders bijvoorbeeld. Of jongeren in de jeugdzorg. Zij zijn soms afhankelijk, zeker in de gesloten jeugdzorg, van hun begeleiders. Dan kan het een flinke hobbel zijn om je ongenoegen kenbaar te maken. Ook voor hen maak ik mij sterk.”

Er is ook een groep die zich niet durft te laten horen. Omdat ze loyaal zijn naar de ouders bijvoorbeeld. Of jongeren in de jeugdzorg

Wat kwam er uit het onderzoek?

“Jongeren hebben het mentaal moeilijk. Ze ervaren onzekerheid om zich heen. Omdat ze bijvoorbeeld geen stageplek kunnen vinden, of omdat de spanningen thuis toenemen. Voor veel jongeren is huisvesting een knelpunt. Er zijn meer jongeren dakloos dan voorheen, daar maak ik mij veel zorgen over. Ook tijdige en passende jeugdhulp vinden is onzekerder geworden. Het gebrek aan perspectief nekt hen. Ze missen hun sociale contacten, waaraan ze juist zoveel behoefte hebben. Ook dat is van invloed op hun ontwikkeling. Wij roepen de gemeente dan ook dringend op om te zorgen dat jongeren op de een of andere manier bij elkaar kunnen komen, op een COVID-veilige manier, al is het maar op een overdekt plein.”

“We willen ons wel aan de maatregelen houden, zeggen veel jongeren, maar we moeten de noodzaak begrijpen en er enige invloed op uit kunnen oefenen. Ik heb er bij de gemeente op aangedrongen om jongeren bij de maatregelen te betrekken en open te staan voor de oplossingen die zij zelf aandragen. Jongeren benader je anders dan volwassenen, ook in de communicatie. Benadruk niet alles alleen negatief, was hun boodschap. De gemeente heeft inmiddels aangetoond hier serieus werk van te maken.”

Er zijn meer jongeren dakloos dan voorheen, daar maak ik mij veel zorgen over

Je geeft voorlichting, doet onderzoek naar hun welzijn. Je zet je in voor de rechten van jongeren. Hoe verplaats je je in hun wereld?

“Ik ben moeder van twee tieners, een dochter van zeventien en een zoon van vijftien. Zij zijn thuis voor mij een goede ‘klankbordgroep’. Ik kan ze ook vaak dingen voorleggen en hoor dan hoe zij en hun vrienden ernaar kijken, vanuit welk perspectief ze denken. Voor mij is dat fijn, omdat ik daarmee echt in hun leefwereld stap, al is het maar met TikTok, en de muziek die ze leuk vinden. Ik denk dat ik me daardoor gemakkelijker kan verplaatsen in dingen waar zij tegenaanlopen, zoals online lessen, de mentale (prestatie)druk vanuit school, de rol van sociale media. Ik zie dat ook bij mijn eigen kinderen gebeuren. Daar hebben we dan soms discussies over. Heel informatief!”

Een foto van Yvette Nass

Zorgt de coronatijd voor specifieke meldingen van klachten? 

“Uit signalen blijkt dat in deze tijd spanningen thuis toenemen. We zien het aantal klachten groeien dat te maken heeft met vechtscheidingen en problemen thuis. Je kunt je voorstellen dat dit sneller gebeurt als je in een klein huis woont, dan wanneer je de ruimte hebt en elkaar niet snel voor de voeten loopt. Meerdere jongeren hebben aangegeven bij het JIP: ik wil het huis uit, ik wil weg. Maar door de krapte op de woningmarkt kunnen ze geen andere woonruimte vinden, en gaan ‘op de bank’ bij vrienden slapen. Daarna beginnen de problemen pas echt, financiële en mentale zorgen.”

We zien het aantal klachten groeien dat te maken heeft met vechtscheidingen en problemen thuis

Spanningen thuis. Kinderen, jongeren, gezinnen in de problemen, niet alleen door coronamaatregelen. Ook de ‘toeslagenaffaire’ zal in Den Haag haar sporen hebben achtergelaten?

“Ja zeker! De gemeentelijke ombudsman en ik hebben bij de gemeente extra aandacht gevraagd voor de gezinnen in de stad die slachtoffer waren van de toeslagenaffaire. Gevraagd om breed te kijken naar die gezinnen, naar het totale gezin en niet alleen naar de ouders, ook naar de kinderen die op de achtergrond een rol spelen. Die zullen zich misschien niet zelf laten horen. Als ombudsmannen propageren wij: start met een brede intake en probleemverkenning. Wanneer je voorlichting wilt geven, informatie wilt verstrekken, moet je eerst weten wat er speelt. Te weten komen wat de feitelijke situatie van een gezin is en wat er misschien nog meer aan de hand is.Daarvoor moet je vragen stellen, maar vooral ook doorvragen.”

Wanneer je informatie wilt verstrekken, moet je eerst weten wat er speelt. Te weten komen wat de feitelijke situatie van een gezin is en wat er misschien nog meer aan de hand is

In veel van de onderwerpen die we bespraken, komen de tegenstellingen in de samenleving terug. Hoe ga je daar in je werk mee om? 

“Tegenstellingen binnen de samenleving zie je vooral binnen onderwerpen als diversiteit en inclusie. Wij willen daarover als kantoor de dialoog met elkaar voeren. Maar ook de verschillende netwerken met elkaar verbinden en kennis met elkaar delen. Ik zie het zo: ons kantoor, de ombudsmannen en Den Haag Meldt, worden steeds meer deel van een netwerkorganisatie. Divers Den Haag is daar natuurlijk ook een onderdeel van en wij van het netwerk van Divers Den Haag. Uiteindelijk gaat het om het effectief verbinden van die netwerken, kennis delen en elkaar ook kennen. Dat dit werkt, merk ik op alle fronten ook in mijn samenwerking met de Jeugdbescherming, Veilig Thuis en met andere kinderombudsmannen. Daarin is het heel belangrijk dat je met elkaar wilt delen, dat je dezelfde doelen hebt om jongeren verder te helpen.”

Je bent nu ruim twee jaar jeugdombudsman in Den Haag. Hoe bevalt het je?

“De rode draad in mijn leven is procedurele rechtvaardigheid. Dat is mijn drive geweest en bepalend in de functies die ik heb gehad. Ik heb altijd vanuit mijn hart gewerkt, me hard gemaakt voor mensen die niet of niet zo goed voor zichzelf op kunnen komen. Dat heb ik van huis uit meegekregen, van mijn vader die ook een juridische achtergrond had. Het communicatieve, pedagogische, en het sociale heb ik vooral van mijn moeder.

Als ik mijn werk niet meer leuk vind, of als ik merk dat ik geen toegevoegde waarde meer heb, wil ik kunnen stoppen. Dat vind ik belangrijk. Ik ben er nog, en dat betekent dat ik mijn werk met veel plezier doe, en er ook heel veel energie van krijg. Ik heb het idee dat ik van waarde kan zijn voor jongeren hier in de stad, dat ik een ankerpunt voor ze kan zijn.”

Ik ben er nog, en dat betekent dat ik mijn werk met veel plezier doe, en er ook heel veel energie van krijg

Colofon

Yvette Nass

Yvette Nass is de Jeugdombudsman van Den Haag. Eerder werkte ze als jurist en mediator. Ze heeft aan alle kanten van de tafel gezeten, als vertegenwoordiger van de rechtspraak en in bezwarencommissies. Voordat ze jeugdombudsman werd, werkte ze in Den Bosch bij de Ombudscommissie.

Zij woont in Den Bosch.