
Kim Schofaerts
In de stad moeten draaikolkjes ontstaan
In 2016 kreeg MKB Den Haag zijn eerste vrouwelijke voorzitter: Kim Schofaerts. En al snel ging zij haar eigen koers varen. Haagse ondernemers met een migratieachtergrond bijvoorbeeld, die miste ze bij het MKB. De diversiteit van Den Haag moest weerspiegeld zijn in het MKB, vond ze. Dus ging ze op pad, de stad in. Hierover gaat dit gesprek onder andere, over de diversiteit van de veranderende stad, over kleur, startende ondernemers en vrouwen binnen het MKB, de verandering van haar eigen buurt. Over discriminatie en vooroordelen, maar ook over de naam en faam van verschillende Haagse wijken. Hoe is de stad Den Haag veranderd in haar ogen? Wat valt op? En wat zou er nog móeten veranderen?
Interview: Jan Booij
Discriminatie, rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid; ik kom met Kim Schofaerts al snel tot de kern van ons gesprek. Ze gaat om te beginnen terug naar eind jaren tachtig.
In Frankrijk
Toen Kim na de middelbare school met een vriendin naar Frankrijk ging om in Aix en Provence te gaan studeren – wat er deels van kwam – , leerde ze veel Algerijnse en Tunesische jongeren kennen. “We gingen niet veel met Fransen om, wel met internationale studenten en Algerijnse jongeren uit achterstandswijken. Met die laatste groep heb ik heel veel discriminatie meegemaakt. Eind jaren tachtig was het daar schering en inslag dat veel jongeren van de straat werden geplukt. Ze moesten doorlopend hun identiteitsbewijs laten zien. Alsof er twee werelden langs elkaar heenliepen. Ik denk dat toen bij mij het zaadje geplant is van het gevoel van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, dat altijd in mijn werk en privé een rol speelt.”
Toen ik hier als student kwam, was Duinoord dé studentenwijk. Als je wilde uitgaan kon je naar Club Westwood of naar discotheek de Marathon
Naar Den Haag
“Het gekke was: wat ik daar heel gewoon vond, ervoer ik hier als bijzonder. Toen ik na deze tijd in Frankrijk naar Den Haag ging en aankwam op station Hollands Spoor, was mijn eerste gedachte: ‘Wat doen al die groepjes ‘donkere mannen’ hier buiten?’. Het maakte me in eerste instantie een beetje bang, maar ik dacht al snel: deze mensen ontmoeten elkaar hier, dit hoort bij hun cultuur. Met die gedachte verdween mijn angst ook meteen.”
Studeren
Kim studeerde, via een paar omwegen, bestuurskunde in Den Haag. Daar ging ze ook wonen. “Toen ik hier als student kwam, was Duinoord dé studentenwijk. Als je wilde uitgaan kon je naar Club Westwood of naar discotheek de Marathon. Verder was er in die tijd eigenlijk niks. Het centrum was ‘s avonds uitgestorven. Als student moest je het zelf maken met je school. Den Haag was destijds een artikel 12-gemeente. De problemen in de stad waren groot, de mensen met geld trokken weg.”
Tussen de twee studies ging Kim een jaar werken. “Ik wilde graag een saaie baan (in mijn ogen althans) om de prikkel te behouden toch weer te gaan studeren. Zo kwam ik onder andere op een personeelsadministratie terecht waar twee leuke vrouwen werkten: allebei afkomstig uit Suriname, met verschillende geloofsovertuigingen. Met hen heb ik heel goed samengewerkt, veel gepraat over overeenkomsten en verschillen en ontzettend veel plezier gehad.”
Er woonden zes kinderen. We moesten het samen rooien
Niet altijd aangesloten
Je bent als student in Den Haag gaan wonen. Waar groeide je op?
“Ik ben via Utrecht en Brabant op mijn vijfde jaar in Zeeland terechtgekomen. Eerst in Vlissingen, maar mijn moeder werd gek van de drive-inwoning waarin wij woonden. Dus zijn we op zoek gegaan naar een ander huis. Dat vonden we in Dishoek, een gehucht ten zuiden van Zoutelande. Er woonden zes kinderen. We moesten het samen rooien. Op school voelde ik me niet altijd aangesloten, maar het grappige was dat ik door iedereen werd geaccepteerd. Ik wilde graag in Vlissingen wonen, bij mijn schoolvrienden, terug naar de drive-inwoning.”
Zelfstandig ondernemer
Na haar studie begon Kim voor zichzelf. Allereerst als projectleider bij wat we nu een startup noemen. Daar bekwaamde ze zich in het de aanvragen en uitvoeren van Europese subsidies . “Met twee andere meiden zijn we daarna een aanbestedingsadviesbureau begonnen en dat bleek succesvol te zijn. Dat was een tijd (in 2003) dat je nog moest uitleggen wat een aanbesteding was. Na tien jaar ben ik uit het bureau gestapt omdat ik andere dingen wilde beginnen. Daarnaast wilde ik meer tijd hebben, voor mijn gezin en om maatschappelijk betrokken te zijn. Toen mijn vader 48 was, werd hij erg ziek, vooral omdat hij zo hard en veel werkte. ‘Ik heb jullie nooit zien opgroeien’ zei hij op een keer tegen me. Dat is me altijd bijgebleven en ik nam me voor dat mij dat niet zou gebeuren. Mijn dochtertje was toen vijf jaar, ik wilde haar jeugd bewust meemaken.”
Ik vind het veel fijner om in een netwerk zonder hiërarchie te werken
Bij het MKB Den Haag
Sinds 2013 werkt Kim als aanbestedingsprofessional met een maatschappelijke missie. Zelfstandig, zonder medewerkers. “Ik werk altijd met een team van zelfstandigen die ik inhuur. Ik vind het veel fijner om in een netwerk zonder hiërarchie te werken. In het verlengde van deze stap kwam er ook weer ruimte vrij voor andere dingen: bij MKB Den Haag kreeg ik de portefeuille ‘aanbestedingen’ en later ook ‘jeugdwerkloosheid’. Zo zijn we gaan bouwen aan inhoudelijke portefeuilles bij het MKB. In die tijd merkte ik ook dat je veel tijd moet investeren en een lange adem moet hebben om iets te bereiken.”
Andere blik op de stad
“Ik heb de stad in de afgelopen dertig jaar zien veranderen. Vanaf de tijd dat ik me aan het MKB Den Haag verbond, gingen dingen me opvallen. Zoals de sociale segregatie, de scheiding tussen wijken bijvoorbeeld. Mensen vragen elkaar: ‘Uit welke wijk kom jij?’ Mensen werden in een hokje geplaatst. In mijn studententijd was Duinoord zo’n wijk waar je in bepaalde straten niet moest zijn; een wijk met sociale problemen, waar gedeald werd. Nu is het een mooi en gewild deel van de stad, dat ik overigens ook heb zien ’verwitten’. Er kwamen veel expats wonen, en mensen die de hoge huizenprijzen kunnen betalen. De diversiteit aan bewoners is er grotendeels verdwenen. Dat vind ik een verlies, want ik vind het belangrijk dat we met elkaar een stad creëren waarin iedereen zich prettig voelt.”
Om te integreren en geaccepteerd te worden, moest zij de dingen loslaten die haar bekend en vertrouwd waren
Familiegeschiedenis
Iedereen welkom in de stad: daarin speelt een stuk van haar familiegeschiedenis een rol, denkt ze. “Mijn moeder is een oorlogskind, haar vader Nederlands, haar moeder Oostenrijks. Mijn grootvader moest als student in Oostenrijk in een ziekenhuis gaan werken, vanwege de Arbeitseinsatz. Hij was verloofd, maar zijn verloofde kwam om tijdens het bombardement op Enschede. Hij kreeg verlof om bij de begrafenis in Nederland te zijn, met de verplichting daarna weer terug te komen in Oostenrijk. Daar heeft hij mijn oma ontmoet. Vervolgens is hij verraden, omdat hij medicijnen smokkelde voor mensen die ondergedoken zaten in de bergen, en kwam in verschillende kampen terecht. Toen mijn grootvader in 1945 thuiskwam in Nederland, hoorde hij dat hij vader was geworden van mijn moeder.
Mijn moeder en oma mochten de eerste drie jaar niet naar Nederland komen, omdat Oostenrijk als vijand werd gezien. Na die drie jaar, vanaf het moment dat ze in Nederland gingen wonen, heeft mijn oma in Nederland geen woord Duits meer gesprokenen en zich helemaal aangepast aan de Nederlandse cultuur. Om te integreren en geaccepteerd te worden, moest zij de dingen loslaten die haar bekend en vertrouwd waren.”
Door gesprekken met elkaar te voeren kom je er vaak achter dat het beeld dat je ergens van hebt, helemaal niet klopt met de werkelijkheid
Vooroordelen
“Dat ik de stad beter heb leren kennen voelt als rijkdom. Ik spoor mensen nu ook aan om naar wijken te gaan waar ze zelf misschien niet snel komen. Om nieuwsgierig te zijn naar de mensen die daar wonen en er eens een kijkje te gaan nemen, er te winkelen, een praatje te maken. Ik vind dat belangrijk omdat veel mensen vooroordelen hebben en meningen over iets wat zij helemaal niet kennen. Ze vinden iets, en blijven daarin hangen, zonder te toetsen. Ik denk dat als je met mensen praat en vraagt waarom ze dingen vinden of doen, er een (andere) wereld voor ze open gaat. Door gesprekken met elkaar te voeren kom je er vaak achter dat het beeld dat je ergens van hebt, helemaal niet klopt met de werkelijkheid.”
Eerste vrouwelijke voorzitter
Ook binnen het MKB Den Haag liep Kim daar tegenaan. Ze kwam terecht in een wereld waar ‘de witte mannen in pakken’ nog grotendeels de scepter zwaaiden. In 2016 was ze de eerste vrouw die er voorzitter werd, ook de eerste van de vier grote steden. “De meesten accepteerden dat direct. Maar in het begin werd ik op bepaalde bijeenkomsten toch wel met de nek aangekeken, en voelde ik me soms echt ongemakkelijk. Een vrouwelijke voorzitter was natuurlijk ook nieuw, het was wennen. Maar in dat soort situaties voel je vaak dat er iets onder zit. Dat uit zich ook in taal waar ik heel gevoelig voor ben. Als iemand tegen je zegt: ‘zo meisje, jij ook hier’, heeft dat iets kleinerends. Uiteindelijk heb ik me er niets van aangetrokken en ben ik – met steun van vooral mannen die tien/vijftien jaar ouder waren dan ik – mijn eigen koers gaan varen.”
Je kunt zeggen ‘ik discrimineer niet’, maar je discrimineert per definitie
Denken in hokjes
We hebben het over discriminatie, hoe het zich uit. Hoe je ermee om kunt gaan. Toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh vroeg ooit Kims voorganger bij het MKB Den Haag daarover te spreken. “Dat was toen wel een ding. Van zijn lezing zijn me een paar dingen bijgebleven. Je kunt zeggen ‘ik discrimineer niet’, maar je discrimineert per definitie. Je maakt onderscheid, plaatst mensen in hokjes, anders kunnen je hersens het niet aan. Maar het gedrag van één of van tien mensen kun je niet wegzetten als het gedrag van een hele groep. Op het moment dat je accepteert dat je discrimineert, kun je er ook iets aan gaan doen.”
Open houding
Als je doordenkt over dat ‘in hokjes denken’, dat bijna onvermijdelijk lijkt: hoe ga jij daarmee om?
“Luisteren en een open houding hebben is voor mij heel belangrijk. Observeren, kijken, voelen wat er in een zaal, in een gezelschap gebeurt; hoe gedraagt iemand zich in een bepaalde situatie, heeft hij of zij een open blik, is iemand verlegen? Ik ben daar alert op, maar merk ook vaak dat niet iedereen daar gevoelig voor is. Ik vind in eerste instantie ieder mens interessant en vaak leuk en ga graag onbevooroordeeld het gesprek aan. Bij de kennismaking heb je de keuze: plaats je je gesprekspartner in een hokje met een dikke rand eromheen. Of heb je liever een stippellijn, en ga je eerst maar eens ontdekken of dat inderdaad klopt. Ik ben voor dat laatste.”
Voor mij was het belangrijk om de diversiteit van de stad terug te zien binnen het MKB en bruggen te slaan naar álle ondernemers in álle wijken
Diversiteit binnen het MKB
Hoe was het met de diversiteit gesteld van de ondernemers voor wie jullie werkten?
“We hadden het eerder over de segregatie in de stad. Die zag ik ook terug binnen het MKB. We misten een heleboel ondernemers uit de stad, ondernemers met een migratieachtergrond maar ook vrouwelijke ondernemers en jonge start-ups. Voor mij was het belangrijk om de diversiteit van de stad terug te zien binnen het MKB en bruggen te slaan naar álle ondernemers in álle wijken. Dat deden we door eropuit te gaan, met ze te gaan praten over wat voor ondernemers belangrijk was om zich aan te sluiten. En om te begrijpen wat voor hen blokkades waren. Het kostte veel tijd en geduld en er valt nog steeds veel te winnen, maar het heeft wel vruchten afgeworpen. Het MKB Den Haag van nu is veel meer een weerspiegeling van de ondernemers in de stad. We komen ook op veel meer en verschillende plekken bij elkaar in vergaderingen en bijeenkomsten.”
Draaikolkjes
“In het algemeen valt me op dat er in de stad veel initiatieven zijn op het gebied van diversiteit en inclusiviteit, ook binnen bedrijven. Maar ik heb het gevoel dat die niet altijd of onvoldoende bekend zijn bij het stadsbestuur. Ik ben ervan overtuigd dat er beweging ontstaat als je laat zien dat je ergens mee bezig bent. Het zou mooi zijn als bestuurders van die initiatieven op de hoogte zijn, zodat deze bewegingen gestimuleerd kunnen worden. Overal in de stad moeten draaikolkjes ontstaan: dan verandert er iets. Die draaikolkjes bij elkaar brengen zodat ze samen een krachtiger kolk vormen.”
Colofon
- Interview: Jan Booij (Jan Booij Advies)
- Tekst en eindredactie: Carla van den Bergen – Dialoog tekstbureau
- Foto’s: Henriëtte Guest
Kim Schofaerts
Kim Schofaerts (52) is adviseur, trainer, bestuurder, onderzoeker, ondernemer.
Aanbestedingsprofessional met een maatschappelijke missie.
Sinds 2013 eigenaar van schofaerts.nl.
Van 2016- 2022 voorzitter MKB Den Haag.
Zij is de oudste van drie kinderen, heeft zelf een gezin met vriend en dochter (14) en woont in Den Haag.