Derk Stegeman
“Het is vredeswerk”
Stichting Stad en Kerk (Stek) heeft contact met mensen die nergens geregistreerd staan en dus nergens aanspraak op kunnen maken. Voor sommigen zijn zij redders in de nood, een toevluchtsoord. Hoe kijkt directeur Derk Stegeman in deze tijd naar de stad Den Haag? Wat is de connectie? Een zomermiddaggesprek over ‘niet gezienen’, onafhankelijke meningen, al dan niet christelijke levensovertuigingen, het échte gesprek dat soms pas na een breuk kan beginnen, en natuurlijk over diversiteit.
Interview: Jan Booij
Wij hebben dit gesprek midden in de ‘coronatijd’. “Een onthullende tijd,” zegt Derk, “waarin problemen bloot zijn komen te liggen die we anders op de radar nooit hadden gezien. Het grijze en zwarte circuit is zichtbaar geworden, alsof er een deken vanaf werd getrokken. De normaal gesproken ‘niet-zichtbaren’ kwamen meer in beeld. Mensen die hier ‘zwart’ aan het werk waren, vluchtelingen en ongedocumenteerden. Maar ook mensen in grote armoede, arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa.”
In coronatijd is het grijze en zwarte circuit zichtbaar geworden, alsof er een deken vanaf werd getrokken. De normaal gesproken ‘niet-zichtbaren’ kwamen meer in beeld.
Buiten het systeem vallen
De mensen die ‘niet gezien worden’, staan niet geregistreerd in het (gemeentelijke) systeem. Derk: “En als je niet gedefinieerd bent, besta je niet. Kun je nergens aanspraak op maken, van geen enkele regeling gebruikmaken. De radar is zo afgesteld dat ze niet gesignaleerd worden. Voor alle duidelijkheid: er zijn ook mensen die niet opgemerkt wíllen worden, omdat er anders dingen van hen worden verwacht die zij niet willen.”
Een stem voor ‘onzichtbaren’
Met veel van deze mensen heeft Stek wél contact. “Wij zijn voor hen vaak een belangrijke steun. Wij geven door wat er speelt en wat we zien, aan mensen van de gemeente, aan andere organisaties. Zo zijn we mede een stem voor hen, als een van de weinige partijen in de stad die voor hen nog iets kunnen doen. Wij proberen te laten zien wat het betekent om ‘onzichtbaar’ te zijn en nergens recht op te hebben. We moeten ervoor waken dat onze maatschappij een groep ‘onaanzienlijken’ creëert, zoals India vanuit het kastenstelsel nog steeds de ‘onaanraakbaren’ kent.”
Oplossen, communiceren, ervaren
Zo komen we op wat Stek (onder veel meer) in de stad doet. Derk: “Wij proberen om in ons werk mensen zichtbaar te maken en verbindingen te leggen tussen verschillende groepen mensen. Door bijvoorbeeld te laten zien dat het (registratie)systeem dat de gemeente hanteert, niet dekkend is. Voorbijgaat aan hele groepen mensen. Dat het voor velen niet werkt.
En dan ontstaat er een nieuw gesprek. Want we willen niet alleen dingen oplossen, maar er ook over communiceren. We zoeken het gesprek over wat we zien en signaleren, hoe dingen ontstaan en hoe we zaken kunnen voorkomen en beter kunnen doen. Vaak denk ik hoe goed het zou zijn als ambtenaren en beleidsmakers drie uur per week vrijwilligerswerk zouden doen bij een van de gesubsidieerde organisaties. Puur om meer voeling te krijgen met de realiteit van mensen die meestal niet zo in beeld zijn of komen, om een breder blikveld te ontwikkelen voor de werkelijkheid.”
Vaak denk ik hoe goed het zou zijn als ambtenaren en beleidsmakers drie uur per week vrijwilligerswerk zouden doen bij een van de gesubsidieerde organisaties. Puur om meer voeling te krijgen met de realiteit van mensen die meestal niet zo in beeld zijn.
Het echte gesprek
Het woord ‘verbinding’ is gevallen. Derk ziet die zeker niet als vanzelfsprekend ontstaan. Soms zelfs pas door een bestaande band eerst door te snijden. “Bijvoorbeeld als er dingen gebeuren die ons niet aanstaan. Of als ons wordt gevraagd om verbindingen te maken waar wij niet achter staan, omdat we de voorwaarden niet kunnen inwilligen. Verbindingen die strijdig zijn met hoe wij willen werken, bijvoorbeeld omdat ze te instrumentalistisch zijn bedacht, omdat verbinding wordt gezocht met casussen en gevallen in plaats van met mensen die niet samenvallen met het probleem dat ze hebben. Mijn ervaring is dat dán vaak het echte gesprek ontstaat. Het gesprek over de vraag waarom we dingen doen en vanuit welke uitgangspunten.”
Onafhankelijk zijn
Dat Derk vrijuit kan spreken over zaken die hij ziet in de stad, die beter kunnen of die volgens hem niet werken, vindt hij een groot goed. Die relatief onafhankelijke positie dankt Stek mede aan stabiele inkomsten vanuit de kerk. “Stek krijgt subsidies van fondsen en de overheid, maar ruim 50% van onze middelen komt vanuit het vermogen van de Protestantse Diaconie. Daardoor kunnen we vanuit een relatief onafhankelijke positie bijdragen aan de dialoog en het debat in de stad, en andere dingen teruggeven.”
Geld
Stek is bijvoorbeeld de enige plek in de stad waar je nog contant geld kunt krijgen. “Ja, voor mensen in nood, die broodnood hebben. Wij kunnen ze direct bijstaan. De organisaties in het sociale domein weten dat dit bij ons kan. Bij herhaalde aanvragen om financiële hulp wordt de vraag besproken met een van de managers of met mij. Zodra het een dilemma wordt, gaan we erover praten. Want we willen niet alleen helpen, maar ook signaleren wat er aan de hand is, omdat we daarvan het meest leren. Zo houden wij als organisatie ook aansluiting met wat er gebeurt in de stad.”
Diverse groep vrijwilligers
We praten verder over Stek zelf, over de mensen die er werken en hun innerlijke overtuiging. Ik vraag naar de diversiteit. Derk: “Er werken zo’n 45 mensen met een dienstverband bij ons en vooral heel veel vrijwilligers, een kleine duizend mensen maar liefst. Vooral zij vormen een heel diverse groep: mensen met uiteenlopende herkomst en achtergrond, met verschillende levensovertuigingen – humanisten, moslims, atheïsten, boeddhisten – met verschillende politieke, levensbeschouwelijke achtergronden en opvattingen.
Voor ons betekent deze grote diversiteit een enorme rijkdom en een schat aan ervaring, kennis en perspectief. Hoewel het niet eens eenvoudig is om die rijkdom goed te benutten. En al deze mensen voelen de ruimte om bij ons vrijwilliger te zijn, voelen zich op een positieve manier uitgenodigd en gewaardeerd.”
Humanisten, moslims, atheïsten, boeddhisten – met verschillende politieke, levensbeschouwelijke achtergronden en opvattingen. Voor ons betekent deze grote diversiteit een enorme rijkdom en een schat aan ervaring, kennis en perspectief.
Levensovertuiging
Derk: “Voor veruit de meeste betaalde functies zoeken we mensen met een open christelijke levensovertuiging. Wat dat voor iemand betekent, bepaalt hij of zij voor een deel ook zelf. Want hoe je bronnen interpreteert en hoe je uit de bronnen put, waar je je levensovertuiging op baseert, wat je opvattingen zijn, dat kan ook binnen één traditie sterk verschillen. Stek staat in de stroom die ontspringt uit de bronnen van de christelijke traditie en we vinden het belangrijk dat onze medewerkers zich door die stroom gevoed weten. Maar dat betekent niet dat mensen die uit andere stromen putten, bij ons niet welkom zijn. Bovendien komen opvattingen en levenswijze vaak voort uit verschillende bronnen naast elkaar, de Bijbel, het humanisme, het boeddhisme, de Koran, maar ook de rechten van de mens.”
De juiste persoon op de juiste plek
Hoe Stek meer betaalde medewerkers met een diverse achtergrond kan werven, staat in de komende periode zeker op de agenda. Derk: “Dat vraagt om zorgvuldig afwegen. Het is ook nauw verbonden met de functie, de doelgroep en de context van het werk. In het Wereldhuis is het waardevol een moslima als collega te hebben, maar als diaconaal werker in een buurt-en-kerkhuis ligt dat weer niet voor de hand.”
Verwantschap maar ook grote verschillen
‘Kijk naar de diversiteit van de vele internationale en migrantenkerken hier in de stad,’ krijgt Derk vaak te horen, ‘kijk naar de Afrikaanse gemeenschappen.’ Derk: “Dat is een goed punt. We hebben ook contact en voelen zeker verwantschap. We putten uit dezelfde bronnen van het christelijke geloof.
Maar er zijn ook grote verschillen, bijvoorbeeld als het gaat om wezenlijke waarden en normen. Veel Afrikaanse christenen kijken bijvoorbeeld heel anders naar vraagstukken rondom gender en seksualiteit en dat kan behoorlijk botsen met onze waarden en opvattingen. Dat levert soms dilemma’s op, bijvoorbeeld wanneer iemand het moeilijk vindt om leiding te krijgen van een lesbische leidinggevende, omdat hij of zij dat scherp veroordeelt. Wat gebeurt er dan? Voor ons is het belangrijk dat mensen ten volle zichzelf kunnen en mogen zijn. Ook dát maakt een diverse stad.”
Ruimhartig nadenken
Nu we het hebben over diversiteit, over LHBTQ en hoe verschillend mensen erover denken, komen we ook op discriminatie. Derk: “Mijn kinderen zijn ook erg bezig met vraagstukken rondom seksualiteit en gender. Ik zeg wel eens tegen hen: ‘Bedenk dat je behoort tot een heel kleine groep in de wereld die daar zo vrij over na wil en kan denken en die zoveel ruimte heeft om daarin eigen keuzes te maken.’ Dat die ruimte er is, dat is wat mij betreft een kostbare verworvenheid.”
Voor ons is het belangrijk dat mensen ten volle zichzelf kunnen en mogen zijn. Ook dát maakt een diverse stad.
Racisme speelt een dagelijkse rol
“Van Black Lives Matter ben ik echt onder de indruk. We zijn er nog altijd niet genoeg van doordrongen hoezeer racisme in onze samenleving dagelijks een rol speelt. En in welke mate wij daar zelf deel van uitmaken en daar zelf ook debet aan zijn. Hoe vaak worden mensen niet aangehouden door de politie, alleen op basis van hoe zij eruitzien?! Hoe vaak wordt mensen een baan ontzegd op basis van hun naam?! En dat is nog maar het topje van de ijsberg, alleen dat is wat we ervan meekrijgen.”
Den Haag
Derk: “Betrek ik dit op Den Haag, bekend als stad van grote verschillen, als gesegregeerde stad, arm versus rijk, zand versus veen, zwart versus wit, dan is deze beweging een kans om bruggen te slaan. Als we die kans niet met beide handen aangrijpen, voorzie ik dat wijken als bijvoorbeeld de Vogelwijk en Benoordenhout op de lange duur gated communities zouden kunnen worden. Ik zie dat in ons werk als een reëel risico.”
JONG Transvaal
Ook met een project als ‘JONG Transvaal’ (en inmiddels ook ‘JONG Schilderswijk’) brengt Stek dat bruggen slaan in de praktijk. “In Transvaal startten wij ruim tien jaar geleden met huiswerkbegeleiding. Voor kinderen uit gezinnen waarin daarvoor geen geld is. Kinderen die slim genoeg zijn, maar misschien niet de waardering krijgen die ze verdienen. Studenten uit de wijk en andere vrijwilligers met een goede opleiding functioneren als rolmodellen en tutoren. En wat is het effect? Nagenoeg iedereen gaat elk jaar toch weer over naar de volgende klas.”
Meer dan huiswerkbegeleiding
Maar dat niet alleen, vertelt Derk, het project heeft veel meer impact. “Jongeren uit verschillende islamitische stromingen komen elkaar tegen en raken met elkaar in gesprek over die verschillen. Normaal gebeurt dat niet zo snel, die stromingen zijn sterk gescheiden en verzuild.
We helpen ook ouders in hun contact met de school van hun kinderen. Als een kind uit de klas wordt gestuurd, denken veel ouders dat hij of zij wel weer iets niet goed gedaan zal hebben. Velen zijn zelf niet goed in staat om voor hun kind te gaan staan en uit te zoeken wat er werkelijk gebeurd is. Dan gaan wij vaak mee naar school, we zoeken het uit met leerlingen en ouders. En soms blijkt er dan toch duidelijk sprake te zijn van discriminatie, openlijk of veel vaker heel subtiel. ‘JONG Transvaal’ is dus veel meer dan huiswerkbegeleiding. Onze beide JONG-locaties zijn huiskamers geworden, waar tieners zich vrij en veilig voelen, zich gesteund en geholpen weten. En de projectleider is in de loop der jaren een onmisbare vertrouwenspersoon geworden voor heel veel tieners in Transvaal.”
Wanneer onze steden zich niet meer en beter bekommeren om de kleinste en kwetsbaarste mensen, dan verkwanselen we als het ware de ziel van onze samenleving, dan berokkenen we ook onszelf schade.
Vredeswerk
“Wij hebben als samenleving verleerd om te ervaren dat het ons werkelijk en wezenlijk goed doet om anderen te helpen. Integendeel: wij ontwikkelen een verharde taal die ons tegen elkaar opzet. Beelden die we van elkaar hebben, worden versterkt, eerder dan de nuance te zoeken. Hokjes worden dichtgemetseld. Wij willen als Stek stimuleren dat mensen met elkaar verbonden raken, dat ze elkaar versterken en bezielen.
Wat hier in het geding is, is zoiets als de ziel van onze samenleving, de ziel van onze stad. Wanneer onze steden zich niet meer en beter bekommeren om de kleinste en kwetsbaarste mensen, dan verkwanselen we als het ware die ziel. Dan berokkenen we ook onszelf schade, doen we ook onszelf te kort. ‘Zoek de vrede voor de stad, want in haar vrede zal uw vrede gelegen zijn.’ Een tekst van de profeet Jeremia van ruim twee-en-een-half duizend jaar geleden, een van de bronnen die mij voedt en inspireert. Met deze tekst ben ik ooit als dominee bevestigd. En daar probeer ik ook naar te handelen. In de kern is het gewoon vredeswerk wat we doen.”
Colofon
- Interview: Jan Booij (Jan Booij Advies)
- Tekst en eindredactie: Carla van den Bergen – Dialoog tekstbureau
- Foto’s: Henriëtte Guest
Derk Stegeman
Derk Stegeman (54) is geboren in Kameroen, waar zijn ouders werkten voor de kerk, en kwam als kind naar Nederland. Hij is verschillende keren terug geweest naar Kameroen, voor studie en onderzoek en ook samen met zijn vrouw en twee dochters. “Meer en meer besef ik dat ik in twee landen, in twee samenlevingen leef, en dat deze in mij leven.”
Stegeman is afkomstig uit een theologische familie en studeerde zelf ook theologie. Sinds 2007 werkt hij bij Stek, sinds januari 2020 als directeur, en is hij als predikant ‘voor stad en kerk’ verbonden aan de Protestantse Kerk Den Haag. Deze functie is hem op het lijf geschreven. “Het is een voorrecht om zo op het kruispunt van stad en kerk, van maatschappij en theologie te mogen werken.”