Bert van Alphen
“Altijd een stoel vrijhouden”
Bert van Alphen is bezig aan zijn tweede termijn als wethouder. Als geen ander heeft hij in de afgelopen jaren Den Haag zien veranderen in een stad voor inwoners met veel verschillende achtergronden. Hij merkt dat de intentie groeit er samen iets goeds van te maken. Maar er is nog werk aan de winkel. Hij kijkt terug op tien jaar diverse stad Den Haag. En wat hoopt hij voor de toekomst? “Dat het niet uitmaakt waar iemand vandaan komt, wat iemand mankeert of wie iemand is.”
Interview: Jan Booij
Na elf jaar zitten Bert van Alphen en ik opnieuw met elkaar aan tafel. We blikken terug op het sterk veranderende Den Haag. Wat zijn die grote veranderingen?We vatten direct de koe bij de hoorns. “De samenstelling van de bevolking van Den Haag is drastisch veranderd in de afgelopen jaren”, zegt Bert. Meer dan vijftig procent van de inwoners van Den Haag heeft een migratieachtergrond. En, goed om daar bij stil te staan, ook binnen die verschillende groepen mensen is de diversiteit groot: wat betreft economische status, opleiding, leefstijlen, opvattingen, seksuele voorkeuren, interesses, talenten en beperkingen.”
Hoe gaan we met elkaar om
“Ik merk dat langzaam begint door te dringen dat die verschillen er zijn, dat het niet opgaat om mensen over één kam te scheren. Naar mijn idee te langzaam, maar er is beweging. Het is niet meer de ‘nieuwe groep’ die zich moet bewijzen om erbij te mogen horen, maar meer de vraag: hoe gaan we met elkaar om? Misschien uit nieuwsgierigheid, misschien omdat het nu eenmaal zo is dat we met z’n allen in de stad wonen, de intentie om er samen iets van te maken, groeit. Mensen worden meer als individu gezien dan als een representant van een groep.”
Ik merk dat langzaam begint door te dringen dat die verschillen er zijn. Dat het niet opgaat om mensen over één kam te scheren
Het kan wél
“De Black Lives Matter-beweging heeft aangekaart dat het fundamenteel gaat om gelijkwaardigheid: ‘We zijn een onderdeel van! Dat is een groot verschil met ‘erbij horen’. Maar dat is niet bij iedereen doorgedrongen. Op sommige plekken is het wel snel opgepakt en zichtbaar geworden: in de reclamewereld bijvoorbeeld. Daar is diversiteit razendsnel, in beeld en tekst, een bijna vanzelfsprekend onderdeel van campagnes geworden. Het kan dus wel! En we willen dit ook.”
De Black Lives Matter-beweging heeft aangekaart dat het fundamenteel gaat om gelijkwaardigheid: ‘We zijn een onderdeel van! Dat is een groot verschil met ‘erbij horen’
Alleen nog maar pieten
We komen bijna vanzelf op de zwarte-pieten-discussie, die ook in Den Haag veel stof deed opwaaien. “Maar binnen een half jaar is besloten dat er alleen nog maar pieten en geen zwarte pieten meer zullen rondlopen tijdens de sinterklaasintocht die de gemeente subsidieert. Natuurlijk met positieve én negatieve reacties. Daar moeten wij het met elkaar over hebben. Ik vind het heel positief hoe de organisatie van het sinterklaasfeest hiermee is omgegaan. Dit was tien jaar geleden niet denkbaar.”
Divers college
Hebben we Black Lives Matter nu nodig gehad om die veranderingen tot stand te brengen? Of hebben we de afgelopen jaren de maatschappij er langzaamaan rijp voor gemaakt? “We hebben aangestuurd op verandering door gerichte activiteiten. En die hebben naar mijn mening effect gehad. Allemaal niet zo snel als ik had gewild, maar er is wel een beweging in gang gezet waar ik blij mee ben. De samenstelling van het college van 2018 is daar een voorbeeld van. Er kwamen meerdere wethouders in met een migratieachtergrond, en queers. Vrouwen waren gelijk vertegenwoordigd, en de leeftijden waren gespreid. Een gelukkige keuze vanuit de opvatting: ‘we moeten als college een weerspiegeling zijn van de maatschappij. Daarmee begrijpen we gezamenlijk de stad beter en dat komt de kwaliteit van het college ten goede.’ Het levert ook meerwaarde op. Een andere blik op ideeën en plannen, nieuwe invalshoeken en verrassende inzichten komen op tafel. Zo wordt meer rekening gehouden met diversiteit in de Haagse samenleving.”
Het maakt niet uit waar je vandaan komt
Niet alleen het college is divers samengesteld. Bij alle diensten van de gemeente werken ambtenaren met een migratieachtergrond. “Ik ben blij te zien hoe gewoon het is dat zij er werken om hun kennis en kunde en niet omdat ze een migratieachtergrond hebben. Het is gewoon dat je hier meedoet en dat het niet meer uitmaakt waar je vandaan komt. Dat was tien jaar geleden anders, we hebben vooruitgang geboekt!”
Het is gewoon dat je hier meedoet en dat het niet meer uitmaakt waar je vandaan komt. Dat was tien jaar geleden anders, we hebben vooruitgang geboekt!
Bewustwording sleutelwoord
Hoe hebben jullie het aangepakt? “Je moet als gemeenteraad, als organisatie, als persoon uitdragen dat het belangrijk is. En ermee beginnen, want anders gebeurt er niets. Diversiteit werd een gespreks- en beleidsonderwerp. Bewustwording was het sleutelwoord. We stelden er vragen over, handelden soms vanuit positieve discriminatie, pasten ‘anoniem solliciteren’ toe, stelden streefdoelen bij het medewerkersbeleid. Door meer uitnodigend te worden voor iedereen, gingen we elkaar steeds beter verstaan.
Als wethouder heb je daarin je eigen rol om die ontwikkelingen een impuls te geven. Door het steeds aan de orde te brengen en vrijblijvendheid geen kans te geven. Met een gezamenlijke visie kunnen we daarin als college nog duidelijker zijn. Maar daarover later meer.”
Discussies en weerstand
Het gaat allemaal niet vanzelf, zegt Bert regelmatig. Het roept soms veel vragen op. En er is weerstand, zoals bij elke verandering. “Die discussies, de weerstand zijn waardevol om daarna weer gezamenlijk een paar stappen vooruit te kunnen zetten. Maar het is ook moeilijk. Ik denk aan de rellen in de Schilderswijk, door veel mensen geframed als ‘een Marokkaanse jongerengroep die voor problemen zorgt’. Breng je daar tegenin dat het gaat om jongeren met veel verschillende achtergronden, dan zou je ‘het’ niet willen benoemen. En bedoelen ze dat je niet wilt benoemen wat zij graag van je willen horen, namelijk dat het altijd Marokkaanse jongeren zijn die bonje maken. Waar ík het over wil hebben is dat de samenleving inmiddels is veranderd. Dat zaken genuanceerder en gecompliceerder liggen dan vaak wordt aangenomen.”
In vrijheid kunnen leven
In die veranderde samenleving is ook de houding ten opzichte van queers anders dan tien jaar geleden. “Je moet hier in Den Haag in vrijheid kunnen leven en overal, op elk tijdstip met je vriend of vriendin hand in hand kunnen lopen. Dat moeten we nu uitdragen, omdat de weerstand tegen queers groot is. Tien jaar geleden was dat minder zichtbaar. Dat heeft ermee te maken dat mensen binnen bepaalde gemeenschappen openlijke homoseksualiteit niet accepteren, en het zelfs veroordelen. Dit geldt niet alleen voor mensen met een migratieachtergrond. Ook binnen christelijke groepen in Den Haag is er sterke, openlijke weerstand tegen queers. Tien jaar geleden kon je erover praten, nu is dat ingewikkelder. Je merkt dat de queergemeenschap zich daar steeds heftiger tegen verzet. Ook binnen die gemeenschap zelf merk ik verharding. De tegenstellingen worden breder uitgemeten. De verharding is zich meer aan het organiseren.”
Je moet hier in Den Haag in vrijheid kunnen leven en overal, op elk tijdstip met je vriend of vriendin hand in hand kunnen lopen
Meer dan alleen ‘de pot en de flikker’
“In de wereld van de queers zie je nu overigens veel meer diversiteit en dat vertaalt zich ook in het beleid. Toen we hier tien jaar geleden aan tafel zaten, hadden we het niet over de transgender, de non-binair, de transman of transvrouw. Nu wel, nu kunnen we het erover hebben. Er is meer dan alleen ‘de pot en de flikker’. Daar moeten en willen we meer aandacht aan besteden. Door de diversiteit duidelijk zichtbaar te maken, door erover te praten zoals in dit interview, verspreid je de kennis. Ook om ervoor te zorgen dat die mensen vrij en veilig in de stad kunnen wonen, werken en leven.”
Toen we hier tien jaar geleden aan tafel zaten, hadden we het niet over de transgender, de non-binair, de transman of transvrouw. Nu wel, nu kunnen we het erover hebben
Dak- en thuislozen
Bert heeft ook de maatschappelijke organisaties in zijn portefeuille die verantwoordelijk zijn voor de opvang van dak- en thuislozen. Komt diversiteit daar als onderwerp wel eens spontaan op tafel? “Nee, het gaat daar toch vooral over het tekort aan huisvesting en allerlei praktische zaken die terecht veel aandacht vragen. En ik moet toegeven dat ook ik hieraan voorrang heb gegeven. Daar heb ik iets laten liggen. Overigens kan ik het met de Kessler Stichting en het Leger des Heils goed hebben over mensen met een migratieachtergrond. Maar de mensen die nu op straat leven, zijn meer divers dan vroeger. Diversiteit betekent ook dat sommigen van hen queer zijn, een beperking hebben of lijden aan een chronische ziekte.”
Loyaliteit
Is je tijdens de coronacrisis iets opgevallen? “In het begin zag ik loyaliteit naar elkaar in de Haagse samenleving. Dat was bijzonder. In die eerste maanden zag je de kracht van een diverse stad naar boven komen. Veel jongeren, ook met een migratieachtergrond, bezochten ouderen, vooral vanuit een intrinsieke waarde. Allerlei organisaties en initiatieven ontdekten dat er mensen eenzaam thuis zaten en wilden daar direct iets aan doen. Het maakte niet meer uit waar je vandaan kwam en bij wie je aanbelde.”
De kansen zijn nog niet verkeken
“Het stoort me nu dat die loyaliteit is afgenomen. Want het was een uitgelezen kans om die contacten bijvoorbeeld vanuit Welzijn verder uit te bouwen. Nu is de bereidheid om iets voor een ander te doen, weggezakt. Mensen zijn de levensbeperkingen door de pandemie zat en worden er chagrijnig van. Wij, gemeentelijke bestuurders, hadden dat moeten oppakken. Het plan is nu dat we daarop gaan inzetten binnen het ‘sociaal economisch herstelplan’: hoe krijgen we mensen weer gemotiveerd en actief, en zorgen we dat iedereen aansluit. De kansen op herstel zijn nog niet verkeken.”
Naar een moderne stad
Bert is niets van zijn gedrevenheid verloren. “Ik wil werken aan een moderne stad waarin het niet meer uitmaakt wie je bent, waar je vandaan komt of wat je mankeert. Ik weet dat we nog een lange weg te gaan hebben. Daarom zet ik, meer dan in mijn eerste periode als wethouder, in op een visie voor de stad die de lijnen uitzet hoe we omgaan met diversiteit. Een visie ontwikkelen om binnen alle beleidsgebieden te blijven werken aan een stad waarin iedereen meetelt. Een kader waaraan we al ons beleid kunnen toetsen. Naast anti-discriminatie, vrouwenemancipatie en queer-emancipatie, naast de positie van mensen met een beperking en chronisch zieken, een visie die uitmondt in een nieuwe integratienota. Die we vervolgens niet meer zo noemen!”
Ik weet dat we nog een lange weg te gaan hebben
Een ander soort gesprek
“We zien in het nieuwe beleid ook een rol voor Divers Den Haag. Ik zou er samen met Divers Den Haag ook binnen het college eens op een andere manier over willen spreken. Het gesprek aangaan over een visie op de diverse stad. Ook om als voorbeeld te dienen voor de rest van de gemeentelijke organisatie. En om organisaties in de stad mee te geven: het is belangrijk te bespreken hoe de diverse stad zichtbaar is in de diversiteit van de medewerkers en de kwaliteit van de dienstverlening.”
Een volslagen normale zaak
Maar Divers Den Haag, zegt Bert, moet ook blijven doen wat ze altijd doet, bij organisaties en instellingen in de stad die dialoog op gang brengen.
“Ik vind het belangrijk om het er in de stad over te hebben, om als gemeente er het voortouw in te nemen en om samen die doorlopende wake-up call te organiseren. Hoe vertaal je de ontwikkelingen in de samenleving naar de organisaties, want dáár gebeurt het. En naar mijn mening hebben eindverantwoordelijken daarin een belangrijke taak. Het gaat om meer dan de scholing van medewerkers. En er zijn al veel organisaties die ernaar handelen. Uiteindelijk gaat het erom dat het gesprek over dit onderwerp niet meer nodig is, maar dat het onderdeel van het beleid is als een volslagen normale zaak. Dan ben je een moderne organisatie die de stad verstaat.”
Ik vind het belangrijk om als gemeente er het voortouw in te nemen: hoe vertaal je de ontwikkelingen in de samenleving naar de organisaties, want dáár gebeurt het
Een stoel vrij
“Er is nog werk aan de winkel. Ook voor ons. De gemeentelijke organisatie zal met mij het onderwerp in elk gesprek, bij elk bezoek onder de aandacht moeten brengen. Voor dit onderwerp zal altijd een stoel vrij moeten zijn. Door ernaar te vragen en benieuwd te zijn naar de vorderingen, door het steeds weer op tafel te brengen maken we duidelijk dat het belangrijk is. En dat vooruitgang boeken niet vrijblijvend is.”
Colofon
- Interview: Jan Booij (Jan Booij Advies)
- Tekst en eindredactie: Carla van den Bergen – Dialoog tekstbureau
- Foto’s: Henriëtte Guest
Bert van Alphen
Bert van Alphen (66) is sinds 2018 wethouder Sociale Zaken en Werk in Den Haag. In zijn portefeuille: sociale zaken en werkgelegenheid, sociale werkvoorziening, leerwerkbedrijven, maatschappelijke opvang, statushouders, armoedebestrijding, emancipatie, anti-discriminatie, integratie/inburgering, stadsdeel Centrum.
Hij was in Den Haag eerder wethouder welzijn, volksgezondheid en emancipatie, van 2006-2010. Gaf in 2009 de aanzet tot Divers Den Haag als beweging van organisaties. Daarvóór was hij onder meer docent voortgezet onderwijs, en van 2015-2018 jeugdombudsman bij de gemeente Den Haag.